Categoriearchief: Binden

Bindavond met Martin Westbeek.

Op 24 november 2018 waren we op de Fly Happening in Putte (België). Daar zagen we Martin Westbeek bezig met het binden van een, ja wat was dat voor een beest? Onze interesse was direct gewekt. Het bleek een grote sedge te zijn gebonden met haar van een Gems. Als we groot zeggen, bedoelen we ook echt groot, de totale lengte bedroeg namelijk 6cm! Uiteraard bleven we allemaal staan kijken terwijl Martin er nog 1 voorbond en uitleg gaf. Het was voor ons nu wel duidelijk, deze sedge wilde wel binden op een KVVC bindavond, en op 14 april was het dan zo ver. Martin vertelde dat dit bindpatroon afkomstig was uit Italie, daar waar Martin ook regelmatig gaat vissen. De Gemzen lopen daar in de bergen ook in het wild rond. Deze grote droge vlieg gebruikt hij op zeer snel stormend water, de vis is net als wij geïnteresseerd in wat daar voorbij komt drijven, maar heeft i.v.m. de stoomsnelheid maar weinig tijd om te beslissen, en dan vang je ze dus. Het binden met gems is iets aparts, Martin wist het mooi te omschrijven met de term, het is “chaotisch” bindmateriaal, met andere woorden netjes binden is er niet bij, het is soepel en steekt alle kanten op.

De sedge wordt gebonden op een langstelige haak #8. Als bindgaren gebruikt hij GSP omdat deze draad extreem stevig is. Nadat de draad achter bij de haakbocht was opgezet maakte hij daar een dubbing lus welke met wax werd ingesmeerd omdat de GSP draad erg glad is. De haren van de gems werden in de lus gelegd, nagenoeg alles uitstekend aan 1 zijde. Nadat hij de dubbing lus had laten spinnen, en alle haren dus stevig vast zaten wikkelde hij deze om de haaksteel vanaf de haakbocht tot op tweederde van de haaksteel. Na iedere wikkeling de haren naar achteren strijkend. Nadat een vleugel was geknipt werd die aan de bovenzijde ingebonden waarbij het einde gelijk kwam met het einde van de haakbocht. Deze vleugel zorgde er ook voor dat de gems haren een beetje platter bleven liggen. Vervolgens werd er op die plaats een wit rond staafje foam (dat ook wordt gebruikt voor booby eyes) naar achter wijzend ingebonden. Let op dat je de draad niet te hard aantrekt, anders snijd deze de foam door. De foam werd als post rechtop gezet, en daarachter werd opnieuw een bubbing lus gemaakt en gevuld met gemshaar. Na het twisten werd deze 2 slagen om de haaksteel gewikkeld, de haren weer naar achter strijkend, en vervolgen 2 slagen om de post gewikkeld (Deze bindwijze is hetzelfde als bij een klinkhamer vlieg) en daarna nog 2 slagen om de haaksteel, net achter het oog. Vervolgens werd de vlieg afgebonden. Nadat de sedge uit de vice was gehaald werd de onderkant van de vlieg in model geplukt, de Italianen knippen namelijk niet, en ook verdwaalde haren werden verwijderd. Omdat het geen echt eenvoudige vlieg was bonden we daarna allemaal nog een tweede exemplaar, welke er bij de meeste al veel beter uitzag.

Als tweede was de Palù Sedge aan de beurt. Ook deze werd gebonden met gems haar maar op een haak #12. Deze sedge was met een lengte van 2,3cm aanzienlijk kleiner. Ook nu werd de binddraad achter opgezet en daar een dubbing lus gemaakt, ingesmeerd met wax, voorzien van gems haar (wel korter dan bij de vorige), en liet hij de lus spinnen waardoor de haren goed vast kwamen te zitten. De binddraad met gemshaar werd om de haaksteel gewikkeld, na iedere wikkeling naar achter strijkend, naar nu tot halverwege de haaksteel. Daar werd op eenzelfde manier een vleugel ingebonden. Daarna was een tweede dubbing lus aan de beurt, en die werd ook om de haaksteel gewikkeld tot aan het haakoog waar de vlieg werd afgebonden. Ook deze sedge werd aan de onderzijde geplukt.

Als laatste bond hij een Dyret voor, wel een droge vlieg, maar geen sedge. Hij werd gebonden op een haak #14. Met een hair packer werden de punten van hertenhaar mooi gelijk gelegd en staken als staartje uit tot voorbij de haakbocht. Het hertenhaar werd mooi boven op de haaksteel over de hele lengte van de haak vast gezet. (Dat is bij de vlieg op de foto niet helemaal goed gegaan.) Daarover kwam als body een laagje dubbing, en vervolgens werd er een lichte saddle hackle om gewikkeld waardoor een soort palmer ontstond. Aan de voorzijde werd onder het hertenhaar de vlieg afgebonden zodat het hertenhaar tot over het haakoog schuin omhoog stak en daar op lengte werd afgeknipt. Als laatste werden alle fibers van de hackle aan de onderzijde van de vlieg weg geknipt, en klaar was de Dyret.

Martin bedankt voor de geweldige avond,

Binden met Hub Keulers

We hadden Hub Keulers uitgenodigd om roofblei streamers te komen voorbinden. We hebben al vliegen en streamers gebonden voor het vissen op veel verschillende vissoorten, maar nog nooit voor Roofblei. Hub vist (met zijn vismaat) in de winter op snoek, en vanaf juni voornamelijk op roofblei. Hij heeft een eigen winkel in Heusden (aan de Maas) waar hij vliegvismaterialen verkoopt en bindavonden verzorgt. Hij had zich goed voorbereid, A4-tjes met aantekeningen lagen op tafel, en hij begon de avond met hoe te vissen op de roofblei. Het was een duidelijk verhaal die het beste puntsgewijs, zoals hij het ook bracht, kan worden verwoord.

  • Waar roofblei vandaan komt? Vanuit de Donau, en nu overal in Nederland.
  • Waar te vissen? Op plaatsen waar het flink stroomt, dus bij brugpeilers, stuwen, en op kribben op de grote rivieren.
  • Herrie? Als je over een krib loopt en er rollen stenen om, ga dan gerust een half uur koffie drinken, want ze zijn weg.
  • Wanneer te vissen? Bij voorkeur s’ochtens vroeg of laat in de avond tot het donker wordt.
  • Hoe strippen? Behoorlijk snel, vaak met lange halen.
  • Materiaal: hengel #6 tot #8, met een drijvende wf lijn, een leader met een lengte van 3-5 meter ø0,22mm – ø0,25mm (minimaal 4,5kg), Reel met veel backing (50 meter is echt minimum!).

Aansluitend werden er uiteraard roofblei streamers gebonden, en in totaal 5 stuks. Het was flink aanpoten, dus weinig tijd voor “ouwehoeren” en pauze!

Nr.1) Het “visje” gebonden op een Kamasan 420b #8 haak, die is eerst een stukje recht, daarna lijkt het op een shrimp haak dus met een wijde haakbocht. Hij gebruikte witte binddraad, en pp-synthetische fibers welke op het platte deel boven op de haak werden ingebonden. Eerst in de kleur wit, daarop chartreuse, dan een paar strengen groene chrystal flash en tenslotte weer witte fibers. De steamer werd afgebonden en afgelakt met blanke nagellak. Vervolgens werden er kleine rode 2d oogjes geplakt en nogmaals voorzien van een laagje nagellak. Nadat de streamer uit de vice was gehaald werd deze in model geknipt, en klaar was nr1.

Nr.2) Gebonden op een 3x lange #8 haak, nadat de rode binddraad aan het einde van de haaksteel was opgezet werd er een staartje van rode chrystal flash van 1cm lang ingebonden. De binddraad bleef op deze plaats waar de dunne pearl tubing, welke helemaal over de haaksteel was geschoven werd vastgezet. De binddraad werd afgebonden, afgeknipt en afgelakt. De rode binddraad werd net achter het haakoog weer opgezet waardoor de tubing direct vast zat. Met de binddraad werd een kopje gemaakt waarna de tubing en binddraad werd afgeknipt en afgelakt. De kleine oogjes werden eerst met witte nagellak en de pupil met zwarte nagellak gemaakt.

Nr.3) Ook nu een langstelige #8 haak, en rode binddraad. Voordat de haak in de vice werd gezet werd er een bead op geplaatst. Vanaf de haakpunt werd er pearl tubing over de haak tot aan de bead geschoven. Door deze wat uit te rafelen kreeg je een staartje van 1cm. De binddraad werd bij de haakbocht opgezet om de tubing vast te zetten en daar direct ook weer afgebonden en afgelakt. Nadat de binddraad achter de bead weer was opgezet werd eerst witte bucktail, vervolgens groene chrystal flash en als laatste zwarte pp-fibers boven op de haak ingebonden. (Ja inderdaad, licht onder, donker boven). Daarna afbinden en klaar was Nr.3.
Eigenlijk waren we aan pauze toe, maar Hub hield de vaart erin.

Nr.4) De Gurgler: dit is een drijvende vlieg die met een foamlip die veel beroering in het wateroppervlak brengt. Wederom gebonden op een langstelige #8 haak. Aan het einde van de haaksteel werd de witte binddraad opgezet, waarna er een staartje van rode chrystal flash van 1cm werd ingebonden. Zilveren dunne tubing werd helemaal over de haaksteel geschoven achteraan een beetje uitgerafeld en vervolgens ingebonden. Witte foam werd geknipt met een lengte van 6cm beginnend met een breedte van 8mm uitlopend naar 3mm. Deze werd halverwege ook achter ingebonden, waarbij het smalle deel richting haakoog wees waarna de binddraad werd afgebonden. Net achter het haakoog werd de draad weer opgezet, de tubing vastgezet en afgeknipt, vervolgend de foam die richting haakoog wees vastgezet en afgeknipt. Als laatste werd het brede foamdeel naar het haakoog gebracht daar vastgezet en 5mm voor het haakoog recht afgeknipt. Door onder de foam binddraad te wikkelen gaat de “lip” schuin omhoog staan waarna die werd afgebonden.

Nr.5) Was de Eno Rabbolution, gebonden op haak #6 3x lang met witte binddraad. Eerst werden er 3 slagen plat lood als verzwaring om de haaksteel aangebracht. Nadat de  binddraad was opgezet werd er witte bucktail als staart ingebonden welke 3cm uitstak. Ter hoogte van de haakbocht werd er witte cactus chenille ingebonden en zonkerstip welke aan de achterzijde even lang was als de bucktail staart en de rest richting haakoog wees. Vervolgens werd de binddraad naar voren gebracht, daarna de cactus chenille en als laatste werd de zonkerstrip er overheen getrokken en de stremer agfebonden en afgelakt.

Hub, super bedankt, het was erg leerzaam, en nu nog een keer een afspraak maken om te gaan vissen op de roofblei!

Binden met Feitse Bootsman.

Het onderwerp van deze bindavond was kleine droge cdc vliegjes.
Feitse gebruikte hiervoor bindpatronen en technieken van de Italiaan Agostino Roncallo.
Eigenlijk bond hij de meeste vliegen 2 keer, waarbij de eerste een standaard droge vlieg was gebonden op haakje #18, en vervolgens nogmaals die vlieg maar dan met een “toevoeging” en op haakje #16. In totaal werden er 6 vliegen gebonden, het was dus flink aanpoten voor de aanwezige binders. Dit keer was het binden met dunne binddraad, 14/0  of vergelijkbaar echt een must!

#1 Was de Humphy op haakje #18. Deze bestond alleen uit 1 cdc veerje welke met de holle kant naar boven op de haaksteel naar achter werd ingebonden. Vervolgend werd de veer als dekschildje terug gevouwen en voor het haakoog vastgezet. De fibers welke aan de achterzijde los waren geschoten diende als staartje. De techniek voor het maken van de vleugel was voor alle vliegjes die we deze avond maakte hetzelfde en wordt daarom alleen hier bij de eerste beschreven! De veer steekt nu dus tot ver voorbij het haakoog naar voren. Met een hackleplier hielt Feitse de punt van de cdc veer vast, en met de vrije hand streek hij zo veel mogelijk fibers terug in de richting van de haak. Met de binddraad zette hij vervolgens alle terug gestreken fiber vast net voor het haakoog en zorgde dat de “vleugel” omhoog en schuin naar achter wees. De rest van de veer inclusief stam bleef hierbij naar voren steken en werd vervolgens afgeknipt. Na het afbinden was de Humphy klaar.
#2 Een Humphy op haak #16 met als toevoeging, dat er net voor het terugslaan van de veer als dekschildje, er een fiber uit het oog van een pauwenveel als body om de haaksteel werd gewikkeld wat een mooie natuurlijke glinstering opleverde.

#3 Was een sedge op haakje #18 met een extended body van een cdc veer. Als body werd er 1 fiber van een grijze ganzenveer om de haaksteel van achter naar voren gewikkeld wat een mooie ribbing opleverde. De vleugel werd op dezelfde manier gemaakt als bij de Humphy, maar nu werd deze platter gebonden en gelijk met de achterzijde van extended body afgescheurd, waardoor het een sedge werd.
#4 Werd gebonden op haakje 16 en had als toevoeging een thorax van blauw/groene spectra dubbing.

#5 Was een spent op haakje #16. In de haakbocht werd een butt van pearl tinsel gewikkeld, welke op het einde van de haaksteel een kleine verdikking opleverde waardop de lange fiber uit een bruine hackle netjes gespreid konden worden ingebonden als staartje. De body was opnieuw de grijze ganzenveer. De cdc werd vervolgens naar voren ingebonden waarnaar er opnieuw zoveel mogelijk fibers terug werden gestreken en de omhoog staande vleugel ontstond. Alle cdc fibers en schacht welke voor het haakoog uitstaken werden afgeknipt. Vervolgens werd de schacht van de veer, welke boven de body hing en dus niet was afgeknipt, naar voren geklapt waardoor de vleugel in tweeën gedeeld werd. Beide vleugels kwamen daardoor helemaal plat te liggen. Na het afbinden was de spent klaar.

#6 was ook gebonden op Haakje #16, had eenzelfde butt, staart en lijfje. Daarna werd een cdc veer met de holle kant naar boven richting de haakbocht ingebonden. Van de fiber van een pauwenveer werd een thorax gewikkeld waarna de cdc veer er als dekje overheen geslagen werd. Als laatste was de vleugel weer op eenzelfde manier aan de beurt, welke nu omhoog gebonden was.

Deze bindavond leverde 6 schitterende kleine droge vliegjes op, Feitse bedankt.

Vliegvis event met Leon Janssen.

Op 16 februari heeft de KVVC Valkenswaard samen met de vliegvisverenigingen VVC Midden Limburg Neeritter, VVC St Petrus Weert en Flymph Veldhoven een vliegvis event met Leon Janssen georganiseerd. Als locatie was gekozen voor Forellenvisvijver Heinoord, wat het thuishonk is van VVC Midden Limburg. In totaal waren er 32 vliegvissers aanwezig.
Om 10:00u starte Leon met zijn presentatie over het insecten leven (entomologie). Als leidraad gebruikte hij het boek Wondervliegen deel 2 waarvan hij de auteur is. Ook nu begon hij met de vliegen welke als eerste in het vroege voorjaar op de “forellen rivieren” in België en ook Duitsland op het water verschijnen. Voorbeelden hiervan zijn de Blue dun (Baetis rhodani) en de March Brown (Rhitrogena haarupi). Veel aandacht bestede hij aan de kleuren, afmetingen, silhoueten en footprints van de vliegen. Leon gaat namelijk altijd uit van wat de vis ziet, dus de onderkant van de vlieg. Uiteraard vertelde hij ook veel over zijn vis ervaringen op de verschillende rivieren waar hij heeft gevist. Helaas waren niet alle afbeeldingen voor iedereen evengoed te zien op het grote projectiescherm omdat de zon, ondanks het feit dat het nog winter was, fel binnen scheen. Leon benoemde van veel vliegen ook de meeste stadia van het insect zoals: larve, nymph, emerger, dun, sub imago, imago en spinner. Ook gaf hij aan hoe die insecten leven, en waar en hoe, met de imitaties daarvan te vissen. Om 11:15 was er een korte pauze waarna Leon snel doorging met de vliegen welke in de zomer en als laatste in de herfst en winter voorkomen.

Om 12:30u was de lunch welke door het personeel van Forellenvisvijver Heinoord werd verzorgd. De lunch bestond uit twee broodjes en een heerlijke tomatensoep.
Na de lunch werden de tafels in een U-opstelling geplaatst en de camera klaar gezet, als voorbereiding voor het binden van in totaal 5 verschillende droge vliegen.

Leon bond op Vmc 9280 haken in verschillende maten omdat die de goede verhoudingen hebben. De weerhaak knijpt hij daarbij plat. Tijdens het binden bleken deze haken een kortere haaksteel dan bijv. TMC haken te hebben, en ook dat de haakbocht wijder was, wat voor een betere inhaking zorgt. Vmc #14 = ongeveer #16 van TMC.

Als eerste was de Yellow sally aan de beurt, daaropvolgend de Loopwing emerger, Blue dun, Grey flag sedge, de Jabba, en als laatste de BWO. Na ieder vlieg kwam Leon bij alle binders langs om te bekijken hoe de vlieg geworden was, en de aandachtspunten waren. Je kon je eigen vlieg op dat moment ook vergelijken met de door hem gebonden versie. Zelf gaf hij aan niet graag te binden, dus alle vliegen waren relatief snel te binden, geen hoogstandjes op vliegbindgebied waar wel goed vangende imitaties van de vlieg die op dat moment op het water aanwezig was. Hij is een purist en kiest hoofdzakelijk de volgende bindmaterialen: dubbing, smal goudtinsel, hazenvel of masker, ongeverfde cdc veertjes (omdat die beter drijven dan de geverfde veertjes), fanzantenstaartfibers en de SKIN, die moet van de beste kwaliteit zijn.

Om 16:00u werd eindigde dit geweldige vliegvis event.
We willen Leon Janssen dan ook hartelijk bedanken voor deze leerzame en gezellige dag.

Bindavond met Henk Schiltmans.

Op deze clubavond hadden we Henk Schiltmans (http://www.flyfishingdutchman.nl/) uitgenodigd om boobies voor te komen binden. Hij begon zijn verhaal hoe er mee te vissen. Een booby fly heeft namelijk behoorlijk wat drijfvermogen en wordt in de meeste gevallen gevist aan een zinklijn, of zinktiplijn, met daaraan nylon visdraad met een lengte van bijvoorbeeld 50 cm. De zinklijn zinkt tot op de bodem, en de booby fly zweeft er dan net boven. Als je stript, trek je de vlieg dus omlaag. Met name op reservoirs wordt deze vismethode vaak toegepast.

Om niet te veel gewicht aan de booby fly toe te voegen worden deze gebonden op een langstelige drogevlieg haak,  bijv. maat 10. Bij de eerste vlieg werd gestart met het inbinden van koperdraad,  vervolgens een flinke toef marabou als staart welke even lang was als de haaksteel. Het restant van de marabou werd om de haaksteel gewikkeld als lijfje tot 3mm voor het haakoog. De koperdraad werd er in tegengestelde richting omheen gewikkeld als ribbing. Vervolgens werden 2 even grote piepschuim bolletjes strak in een stukje panty gewikkeld en op de haaksteel net achter het oog met achtjes goed vastgezet waarna de draad kon worden afgebonden.
De tweede vlieg was nagenoeg hetzelfde van opbouw maar had een lijfje van ruige, glimmende, cactus chenille, geen ribbing, en in verhouding erg grote piepschuim ballen, dus zoiets als een vlieg met cupmaat dd.

De derde en tevens laatste booby fly had ook een staart van marabou, een lijfje van standaard dunne, niet glimmende chenille, en als boobies een foam buisje dat eerst met achtjes boven op de haaksteel werd ingebonden, en daarna pas aan beide zijden op lengte afgeknipt.

Het waren dit keer geen ingewikkelde vliegen met moeilijke technieken, maar wel echte vangers!
Henk bedankt,

EU nymphing door Frans en Wil Dirks.

Door omstandigheden kon de geplande voorbinder niet aanwezig zijn deze avond. Frans en Wil Dirks hebben de bindavond ingevuld met een uitstekend verzorgde introductie over EU Nymphing. Frans begon zijn uitleg dat EU nymphing eigenlijk al het goede heeft van Czech-, French-, Polish- en Italian nymphing. Als lijndraad werd een film vertoond over Amerikanen die aan het WK-vliegvissen hebben meegedaan, maar daar nooit in de top konden meedraaien, omdat ze “oude” vismethoden gebruikte. Door het overnemen van het EU nymphing stegen zij aanzienlijk in de rangrijst. Om de effectiviteit van verschillende vismethoden te vergelijken werd op 1 stuk rivier achtereenvolgens op de manieren gevist. Als eerst met een droge vlieg (matige vangst), daarna met een standaard nymphing methode met een beetverklikker en een standaard vliegenlijn (redelijke vangst), en als laatste met EU nymphing methode (beste vangst). Er wordt bij EU nymphing gevist met zachte lichte hengels #2 of #3 met een lengte van 9,5 tot wel 11 ft. Wil had ook hengels meegebracht om ze te kunnen laten zien en ervaren hoe deze aanvoelen. Er wordt gevist met een drijvende vliegenlijn en zonder “zware” beetverklikker ,  omdat die met een plons op het water valt, en drijven met de snelheid van de bovenste waterlaag. Op de film was duidelijk te zien dat op sommige plaatsen het water dicht bij de bodem veel trager stroomt, of zelfs achter een steen de stroming in de tegenovergestelde richting kan gaan! De drijvende beetverklikker zou daardoor de nymphen veel te snel en daardoor onnatuurlijk “meetrekken”. Bij de EU-nymphing methode blijft de vliegenlijn op de rail, daaraan zit een duidelijk zichtbare, bijv. witte indicator mono van ongeveer Ø 0,28mm, vervolgens een stukje 2 kleurige indicator mono (Dat deel is eigenlijk de beetverklikker), daarna standaard nylon van Ø 0,20mm waaraan een tippet ringetje werd gezet. Hieraan kom de Ø 0,12mm nylon met de 2 nymphen, de lengte van de nylon wordt bepaald door de waterdiepte.
De hengel wordt bij het vissen hoog gehouden. De Ø 0,12mm nylon lijn snijdt als het ware door het water, de stroming heeft er dus nagenoeg geen invloed op. Daardoor kunnen de nymphen dicht bij de bodem op de juiste snelheid, op een natuurlijke manier bewegen.

Zodra je voelt dat de nymph wordt gestopt, je ziet dat ook aan de strike indicator, dien je aan te slaan. Of het was een steen, of natuurlijk een mooie forel of vlagzalm.

Na de pauze was het de beurt aan Wil. Hij bond 1 van zijn favoriete nymphen voor, die goed als punt nymph gebruikt kan worden bij het EU-nymphen. Hij bond op een Hanak 450 BL #16 jig haak.
Als eerste plaatste hij de slotted tungsten gold bead zo hoog mogelijk op de haak en zette die vast met binddraad. Vervolgend werd een dun koperdraadje ingebonden. Daarna werden 3 fibers van een fazantenstaart als staartjes ingebonden, welke als lengte maar de helft van de haaksteel waren. Met de binddraad werd een getaperde body gemaakt en de fazanten fibers netjes naast elkaar naar voren om de haaksteen gewikkeld.  De koperdraad welke als als ribbing en tevens versteviging dient werd  in tegengestelde richting in open slagen naar de bead gebracht. Als laatste werd met peacock spectra dubbing een thorax net achter de bead gemaakt waarna binddraad kon worden afgebonden.

Het was een zeer veelzijdige en leerzame avond, die ook ons meer vis kan opleveren, als je voor dit EU nymphing open staat.
Frans & Wil, super bedankt!