Categoriearchief: Binden

Binden met Wil Dirks.

Op 16 november is Wil Dirks Perdigon nymphen komen voorbinden. Maar zoals hij zelf aangaf zijn ze niet echt moeilijk, en zijn ze, als je er eenmaal handigheid in hebt, ook snel te binden. Dat moet ook wel omdat je er regelmatig kwijt raakt tijdens het vissen aan obstakels onderwater. Voor welk type vis(sen) deze geschikt zijn? Eigenlijk voor veel soorten van forel op stromede riviertjes tot voorn in stadswater.

Wat de nymfjes gemeen hadden was:

  • Als ze een staartje hadden waren deze vrij kort en licht van kleur, het waren slechts een paar fiber waardoor deze natuurlijk kunnen bewegen. Bijvoorbeeld van een mallard
  • Ze hadden allemaal een tungsten bead, waardoor ze wat zwaarder zijn en snel zinken.
  • De binddraad was dun, ongeveer 10/0 en zwart. Hiermee werd ook de vorm van de body gemaakt.
  • Alle 4 hadden ze iets roods als atractor,ofwel een kraagje of but.
  • De body was van glimmend tinsel.
  • Boven op de bead en eerste stukje van de body kwam een “druppel” zwarte lak als wingcase.
  • En wat typerend is voor de Perdigon nymphen, de body wordt helemaal voorzien van een uv lak zoaks bijv. bug bont.

  1. Links boven, was gebonden op een nymph / scud haak (#14), met regenboog holografisch tinsel.
  2. Rechts boven, was gebonden op een wide gap haak (#16), met een groene tinsel. De bead was ongeveer 2,5mm
  3. Links onder, was ook gebonden op een wide gap haak (#16), met een pearl tinsel welke nagenoeg transparant was. De zilveren bead was 2mm groot, na ja, eerder klein. Het op de haak krijgen van deze zeer kleine bead, was dus tevens het moeilijkste van de avond!
  4. De laatste, rechts onder op de foto, was tevens de meest bewerkelijke en aparte nymph.

Gebonden op een jig haak maat #16 en een slotted zilveren bead. Naast de rode bud, had hij en thorax van donkere, ietwat glimmende (ice) dubbing en een kleine cdc veertje welke in een gesplitste draad, of dubbinglus achter de bead werd gehackled. De cdc heeft een natuurlijke beweging onderwater. Na het afbinden en uiteraard lakken van de body was ook deze nymph klaar.

Het was een gezellige, en goedbezochte bindavond.

Alle nymphen welke op de foto’s zijn weergegeven zijn overigens ook door Wil zelf gebonden.

Wil, bedankt!

Binden met Theo Bakelaar.

We hadden voor deze bindavond Theo Bakelaar uitgenodigd voor het voorbinden van foam vliegen. Foam wordt relatief weinig gebruikt voor het binden van vliegen, en dat terwijl het zeer goed drijvende en ook goed vangende insecten / vliegen zijn, zoals Theo zelf aangaf.

Als eerste was een helemaal zwart kevertje aan de beurt. Alles was tot in de puntjes voorbereid, zo kreeg iedereen een zakje met daarin al het materiaal dat nodig was voor betreffend vlieg. Het foam was met een laser gesneden en had daardoor exact de juiste vorm. In het midden zat een klein gaatje waardoor de haak gestoken werd, het ene deel van het foam kwam via de onderkant en het andere deel via de bovenkant van de haak naar voren. Na het aanbrengen van lijm om de 2 delen op elkaar te bevestigen werden deze bij het haakoog vast gebonden. Dunne zwarte rubber legs werden aan beide zeiden, in de daarvoor bestemde uitsparing gebonden en op lengte geknipt. Het omschrijven van het bindpatroon duurde vermoedelijk langer het binden zelf, dat binnen 2 minuten klaar was!
Als tweede was een miertje aan de beurt welke net als het kevertje geboden werd op een Tiemco TMC 111 #12. Nadat de zwarte binddraad was opgezet werd daar lijm op gedaan en het foam lijfje erop gebonden en verlijmd. Een zwarte hackle veer werd er op de versmalling gewikkeld als pootjes, waarna hij al afgebonden kon worden. Aan de onderzijde werd een “V” vorm uit de hackle geknipt waardoor het miertje mooi recht op het water drijft. Ook dit bindpatroon was snel klaar door het vooraf met laser gesneden foam. Ook was er al een fluorescerende groene stip op gezet waardoor, het miertje nog beter zichtbaar is tijdens het vissen.

Als derde was een grote sedge aan de beurt met een vleugel van foam. Nadat de binddraad was opgezet werd een lange bruine saddle hackle vanaf de haakbocht tot 4mm van het haakoog om de haak gewikkeld waar deze niet werd afgeknipt. Aan de bovenzijde van de haak werden alle fibers vlak afgeknipt zodat de vleugel van foam aan de voorzijde kon worden ingebonden, en in het midden middels een druppeltje lijm plat kon worden vastgezet. Vervolgens kon het resterende deel van de saddle hackle voor de vleugel met een aantal slagen om de haaksteel worden gedraaid en daarna worden afgebonden. Nadat ook hier een aan de onderzijde een “V” vorm uit de hackle was geknipt was de sedge klaar.
Als 4e en laatste was de Chernobyl ant aan de beurt. Dit is een groot lelijk insect maar met een aantrekkingskracht voor de grootste forellen in bijv. Amerika waarmee er veel wordt gevist. Als eerste werden er als lijfje een aantal pauwenfibers vanaf de haakbocht tot aan het haakoog om de haak gewikkeld. Daarna waren de 2 driehoeken van foam aan de beurt, de onderste is donker van kleur en heeft de platte zijde van de driehoek aan de achterzijde, de bovenste is licht van kleur, daardoor goed zichtbaar, met de platte zijde van de driehoek tot boven het haakoog. Deze driehoek wordt als laatste wat rond geknipt als kopje. Ook krijgt de Chernobyl ant 6 rubber pootjes,3 aan beide zijde van het lichaam.

Alle vliegen / insecten werden die avond 2 keer gebonden waardoor de technieken goed geoefend konden worden.
Na afloop kon je bij Theo nog extra laser gesneden foam kopen, waardoor je thuis ook nog kon binden. Theo bedankt, het was erg leerzaam en gezellig!

Binden met Henk van Diesen.

We hadden Henk van Diesen van de Flympf uitgenodigd om deze bindavond te verzorgen. Omdat hij de vrije hand kreeg viel zijn keuze op 4 van zijn 10 meest favoriete vliegen. Zoals Henk zelf aan gaf dienen zijn vliegen aan 3 criteria te voldoen te weten: niet te duur aan materiaal, eenvoudig te binden (mag niet te veel tijd kosten) en ze moeten vis opleveren!

Als eerste was een emerger aan de beurt met op het onderste deel van de haak pauwenoog, een vleugen van glimmende witte yarn welke was voorbehandelt en daardoor goed drijft en als thorax ruige wat glimmende dubbing. De tweede was een geel wormpje waar geen ruisvoorn van af kan blijven. Deze was gebonden op een “sedge haak” met daarop 5 kraaltjes waar tussendoor gele struisvogel werd gebonden. Het moeilijkste was hierbij de kraaltjes op de haak te krijgen, het werd er zelfs stil van!

De derde vlieg was een klassieker, de Montana nimf. Deze bestond uit een staartje van een zwarte hackle veer, een body zwarte chenille, een thorax van geel/groene chenille waarom een grote zwarte hackle veer wordt gewikkeld welke aan de bovenzijde kort werd geknipt zodat de overgebleven zwarte seniel er dubbel als wingcase overheen gebonden kon worden. Het was een forse nimf waar veel verschillende vissoorten wel raad mee weten.
De vierde en tevens laatste was een half body midge aan de beurt. Hierbij hangt de haak vertikaal in het water, en is alleen aan het bovenste deel bedekt met zilveren glimmende kerstboomversiering met daarboven een pauwenfiber en als laatste een klein veertje van een spreeuw. Het is dus eigenlijk een klein vliegje op een grotere, aan de onderzijde kale haak. Hierdoor is de inhaking beter dan bij een kleine haak.

Henk bedankt, het was hard werken om 4 vliegen te binden (waarvan de meeste 2 keer), maar erg leerzaam en gezellig. Graag nodigen we je nog een keer uit voor de resterende 6 vliegen!

Binden uit de koffer met Feitse.

Na een thema bindavond blijft er altijd bindmateriaal over, en dat gaat in de koffer. Door de jaren heen hebben we daarin al veel materiaal verzameld en zelden gaat er iets uit. Daarom was het deze keer binden uit de koffer. Feitse had een aantal vliegen voorbereid met als overeenkomstig materiaal cdc. De eerste vlieg (links boven op de foto) was een emerger bestaande uit 2 cdc veertjes welke op elkaar liggend in een boogje werden gebonden en vervolgens omhoog werden gezet als vleugel. Dit boogje (bubble) houdt lucht vast wat extra drijfvermogen opleverd. De tweede (rechts boven) was een kevertje. Technisch moeilijk vanwege de hertenhaar die netjes rond diende te lopen als pootjes en opnieuw de bubble voor het drijfvermogen.

De derde (links onder) heeft als naam de “Mirage” een eendagsvlieg met extended body gebonden van 1 cdc veer. De orange binddraad zorgde voor een mooi kopje. Ook het laatste vliegje bestond alleen uit 1 cdc veertje waarvan eerst het lijfje werd gebonden, en deze daarna omhoog werd gezet als vleugel. Het waren 4 droge vliegjes met elk een heel eigen bindwijze. Feitse bedankt voor het voorbinden.

Binden droge vliegen met Feitse Bootsman.

Met de opening van de Duitse rivieren in het vooruitzicht hadden we Feitse gevraagd droge vliegen voor te komen binden. Hij had gekozen voor flinke meivliegen met een vleugel van hertenhaar.
De eerste werd geboden met een staart van een van blauwe reiger veer, het netjes gespreid en horizontaal inbinden van de 3 sprieten is al een hele kunst. Daarna bond hij het hertenhaar naar voren in. Door er binddraad voor te wikkelen ging deze als vleugel rechtop staan en was even hoog als de haaksteel lang was. De body was van een cdc veer en de ribbing een fel gekleurde geelgroene draad welke oplichtte als er met een lamp op werd geschenen. Een grizly veer werd, met de bolling naar beneden, ingebonden en met een paar slagen om de vleugel gedraaid waarbij iedere nieuwe wikkeling onder de vorige kwam te liggen. Aansluitend was het kopje van dubbing aan de beurt waarna de vlieg afgebonden kon worden. Het kopje werd tenslotte met een zwarte stift op kleur gebracht. Het was een mooi maar technisch moeilijke meivlieg.

De tweede vlieg van de avond was een soortgelijke meivlieg maar werd up-side-down gebonden. Hierbij wijst de haakbocht dus omhoog i.p.v. naar beneden als deze op het water ligt. Tijdens het binden wordt de vlieg regelmatig omgedraaid in de bindvice, met name omdat de haakbocht in de weg zit tijdens het binden! Tevens gaf Feiste aan dat er uiteraard veel verschillende materialen gebruikt kunnen worden bij het binden van een vlieg, de staart van blauwe reiger verving hij door fazant en de cdc veer van de body door dubbing.
Als afsluiting, ofwel het toetje zoals Feitse het noemde was een revised redtag aan de beurt. Dit was een redtag maar dan gebonden met “modern” bindmateriaal. Even dacht ik terug aan de streamer welke Rob een maand eerder had voorgebonden met een lengte van 22cm op een haak 6/0. Deze redtag was 9mm lang en gebonden op een haakje 21! Zo zie je maar weer hoe divers vliegbinden kan zijn. Maar nu weer terug naar de redtag. Het staartjes was van synthetisch rood materiaal i.p.v. wol, en het lijfje van glimmend bruine micro cactuschenille. De hackle bleef als enige ongewijzigd en natuurlijk werd er aan de onderzijde een “V” uit geknipt waardoor de vlieg mooi op het water blijft staan.

Het was weer een geweldige bindavond met veel verschillende technieken en uiteindelijk een paar vangende droge vliegen. Feitse bedankt.

Tubefly binden met Rob Dings.

Rob had al eerder snoekstreamers bij de KVVC voorgebonden, maar dit keer hadden we als verzoek deze te binden als tubefly. Het voordeel van een tubefly is dat de tube met streamer na het haken van een snoek van de haak weg geschoven kan worden, waardoor je beter bij de haak kan om te onthaken. Ook kan de haak (met onderlijn) eenvoudig vervangen worden als deze niet scherp meer is of beschadigd.
Ondanks de storm waren er toch 9 geïnteresseerde leden gekomen. Rob had zelf al het benodigde materiaal meegebracht waardoor we zeker het juiste hadden. Zoals de naam al aangeeft, wordt de streamer niet gebonden op een haak maar op een tube (een hol kunststof buisje). Een bijkomende uitdaging is dat deze tube niet standaard in een bindvice geplaatst kan worden. De dure vices hebben hiervoor speciale conische hulpstukken. Voor degene die deze hulpstukken niet hadden had Bert deze gemaakt. Nadat de tube op de conische tool is de vice was geplaatst kon het binden beginnen. Van gevlochten materiaal werd als eerste een klein “schoteltje” in de vorm van de letter C op de tube gebonden. De lange slierten flash, de staart, werden er vervolgens voor ingebonden. Het resultaat is dat de flash bol om het “schoteltje” gaat staan. Aansluitend werden er verschillende kleuren flash met een lengte van 10 tot 15 cm in een dubbinglus gelegd. Dit was een uiterst secuur werkje, het werd er zelfs stil van!

Nadat alle flash door het opdraaien van de dubbinglus vast was komen te zitten kon deze, uiteraard ook voor het “schoteltje”, om de tube worden gedraaid. Om een vollere streamer te krijgen werd er nogmaals een dubbinglus met flash gemaakt en om de tube gedraaid. Daarna werd er een kunststof kopje (fish-mask) met lijm vast gezet op de tube en voorzien van ogen. Na het afbinden van de streamer werd de tube van de tool geschoven en op maat geknipt. Inmiddels waren we al ruim 2 uur geconcentreerd bezig, maar het resultaat mocht er wezen! Vervolgens werd de haak aan een staaldraad gezet en de draad door de tube gestoken. Aan de andere zijde werd een lus aan de staaldraad gemaakt waarmee deze aan de leader gemaakt kan worden.


Het was een gezellige, innoverende bindavond. Rob bedankt, en nu maar hopen dat de tube streamers ook snoek opleveren!