Werpen voorjaar

Normaal hebben we 4 werplessen in het voorjaar. Dit jaar was er voor 2 gekozen omdat op 23 maart het Casting sport event was met Bart de Zwaan. We hadden op beide zaterdag ochtenden het geluk dat het lekker weer was en niet te veel waaide, dus ideale omstandigheden om te oefenen op de waterworpen op de recreatieplas in Drunen. Met name de rolworp, en de dynamische rolworp (switch cast) werden nogmaals tot in detail door Richard uitgelegd en geoefend. Op 20 april was het zelfs zo warm, dat we blij waren dat we op tijd waren begonnen met de werples. Dit omdat er een aantal gezinnen met kinderen naar het water waren gekomen om daar op het strandje te spelen en te kunnen zwemmen, dit hadden we nog niet eerder meegemaakt.

Wat met het felle zonlicht ook opviel, was hoe goed zichtbaar de schaduw van de vliegenlijn op de bodem van het 30cm diepe water was. Conclusie, probeer je vliegenlijn niet over een vis te gooien wat deze wordt gezien! Je leader is minder zichtbaar omdat deze veel dunner is, en zeker fluorocarbon valt bijna niet op, omdat deze nagenoeg dezelfde brekingsindex heeft als water.

Tijdens de pauze zagen we onder het genot van een kop koffie een mooie vis voorbij zwemmen van ongeveer 50cm. Hellaas konden we niet goed zien wat voor soort het was, mogelijk een karper. Dit resulteerde direct in vang drang, maar ja, we waren daar om het werpen te oefenen.
We hebben op deze ochtenden weer veel geleerd, Richard bedankt,

Bindavond met Martin Westbeek.

Op 24 november 2018 waren we op de Fly Happening in Putte (België). Daar zagen we Martin Westbeek bezig met het binden van een, ja wat was dat voor een beest? Onze interesse was direct gewekt. Het bleek een grote sedge te zijn gebonden met haar van een Gems. Als we groot zeggen, bedoelen we ook echt groot, de totale lengte bedroeg namelijk 6cm! Uiteraard bleven we allemaal staan kijken terwijl Martin er nog 1 voorbond en uitleg gaf. Het was voor ons nu wel duidelijk, deze sedge wilde wel binden op een KVVC bindavond, en op 14 april was het dan zo ver. Martin vertelde dat dit bindpatroon afkomstig was uit Italie, daar waar Martin ook regelmatig gaat vissen. De Gemzen lopen daar in de bergen ook in het wild rond. Deze grote droge vlieg gebruikt hij op zeer snel stormend water, de vis is net als wij geïnteresseerd in wat daar voorbij komt drijven, maar heeft i.v.m. de stoomsnelheid maar weinig tijd om te beslissen, en dan vang je ze dus. Het binden met gems is iets aparts, Martin wist het mooi te omschrijven met de term, het is “chaotisch” bindmateriaal, met andere woorden netjes binden is er niet bij, het is soepel en steekt alle kanten op.

De sedge wordt gebonden op een langstelige haak #8. Als bindgaren gebruikt hij GSP omdat deze draad extreem stevig is. Nadat de draad achter bij de haakbocht was opgezet maakte hij daar een dubbing lus welke met wax werd ingesmeerd omdat de GSP draad erg glad is. De haren van de gems werden in de lus gelegd, nagenoeg alles uitstekend aan 1 zijde. Nadat hij de dubbing lus had laten spinnen, en alle haren dus stevig vast zaten wikkelde hij deze om de haaksteel vanaf de haakbocht tot op tweederde van de haaksteel. Na iedere wikkeling de haren naar achteren strijkend. Nadat een vleugel was geknipt werd die aan de bovenzijde ingebonden waarbij het einde gelijk kwam met het einde van de haakbocht. Deze vleugel zorgde er ook voor dat de gems haren een beetje platter bleven liggen. Vervolgens werd er op die plaats een wit rond staafje foam (dat ook wordt gebruikt voor booby eyes) naar achter wijzend ingebonden. Let op dat je de draad niet te hard aantrekt, anders snijd deze de foam door. De foam werd als post rechtop gezet, en daarachter werd opnieuw een bubbing lus gemaakt en gevuld met gemshaar. Na het twisten werd deze 2 slagen om de haaksteel gewikkeld, de haren weer naar achter strijkend, en vervolgen 2 slagen om de post gewikkeld (Deze bindwijze is hetzelfde als bij een klinkhamer vlieg) en daarna nog 2 slagen om de haaksteel, net achter het oog. Vervolgens werd de vlieg afgebonden. Nadat de sedge uit de vice was gehaald werd de onderkant van de vlieg in model geplukt, de Italianen knippen namelijk niet, en ook verdwaalde haren werden verwijderd. Omdat het geen echt eenvoudige vlieg was bonden we daarna allemaal nog een tweede exemplaar, welke er bij de meeste al veel beter uitzag.

Als tweede was de Palù Sedge aan de beurt. Ook deze werd gebonden met gems haar maar op een haak #12. Deze sedge was met een lengte van 2,3cm aanzienlijk kleiner. Ook nu werd de binddraad achter opgezet en daar een dubbing lus gemaakt, ingesmeerd met wax, voorzien van gems haar (wel korter dan bij de vorige), en liet hij de lus spinnen waardoor de haren goed vast kwamen te zitten. De binddraad met gemshaar werd om de haaksteel gewikkeld, na iedere wikkeling naar achter strijkend, naar nu tot halverwege de haaksteel. Daar werd op eenzelfde manier een vleugel ingebonden. Daarna was een tweede dubbing lus aan de beurt, en die werd ook om de haaksteel gewikkeld tot aan het haakoog waar de vlieg werd afgebonden. Ook deze sedge werd aan de onderzijde geplukt.

Als laatste bond hij een Dyret voor, wel een droge vlieg, maar geen sedge. Hij werd gebonden op een haak #14. Met een hair packer werden de punten van hertenhaar mooi gelijk gelegd en staken als staartje uit tot voorbij de haakbocht. Het hertenhaar werd mooi boven op de haaksteel over de hele lengte van de haak vast gezet. (Dat is bij de vlieg op de foto niet helemaal goed gegaan.) Daarover kwam als body een laagje dubbing, en vervolgens werd er een lichte saddle hackle om gewikkeld waardoor een soort palmer ontstond. Aan de voorzijde werd onder het hertenhaar de vlieg afgebonden zodat het hertenhaar tot over het haakoog schuin omhoog stak en daar op lengte werd afgeknipt. Als laatste werden alle fibers van de hackle aan de onderzijde van de vlieg weg geknipt, en klaar was de Dyret.

Martin bedankt voor de geweldige avond,

Binden met Hub Keulers

We hadden Hub Keulers uitgenodigd om roofblei streamers te komen voorbinden. We hebben al vliegen en streamers gebonden voor het vissen op veel verschillende vissoorten, maar nog nooit voor Roofblei. Hub vist (met zijn vismaat) in de winter op snoek, en vanaf juni voornamelijk op roofblei. Hij heeft een eigen winkel in Heusden (aan de Maas) waar hij vliegvismaterialen verkoopt en bindavonden verzorgt. Hij had zich goed voorbereid, A4-tjes met aantekeningen lagen op tafel, en hij begon de avond met hoe te vissen op de roofblei. Het was een duidelijk verhaal die het beste puntsgewijs, zoals hij het ook bracht, kan worden verwoord.

  • Waar roofblei vandaan komt? Vanuit de Donau, en nu overal in Nederland.
  • Waar te vissen? Op plaatsen waar het flink stroomt, dus bij brugpeilers, stuwen, en op kribben op de grote rivieren.
  • Herrie? Als je over een krib loopt en er rollen stenen om, ga dan gerust een half uur koffie drinken, want ze zijn weg.
  • Wanneer te vissen? Bij voorkeur s’ochtens vroeg of laat in de avond tot het donker wordt.
  • Hoe strippen? Behoorlijk snel, vaak met lange halen.
  • Materiaal: hengel #6 tot #8, met een drijvende wf lijn, een leader met een lengte van 3-5 meter ø0,22mm – ø0,25mm (minimaal 4,5kg), Reel met veel backing (50 meter is echt minimum!).

Aansluitend werden er uiteraard roofblei streamers gebonden, en in totaal 5 stuks. Het was flink aanpoten, dus weinig tijd voor “ouwehoeren” en pauze!

Nr.1) Het “visje” gebonden op een Kamasan 420b #8 haak, die is eerst een stukje recht, daarna lijkt het op een shrimp haak dus met een wijde haakbocht. Hij gebruikte witte binddraad, en pp-synthetische fibers welke op het platte deel boven op de haak werden ingebonden. Eerst in de kleur wit, daarop chartreuse, dan een paar strengen groene chrystal flash en tenslotte weer witte fibers. De steamer werd afgebonden en afgelakt met blanke nagellak. Vervolgens werden er kleine rode 2d oogjes geplakt en nogmaals voorzien van een laagje nagellak. Nadat de streamer uit de vice was gehaald werd deze in model geknipt, en klaar was nr1.

Nr.2) Gebonden op een 3x lange #8 haak, nadat de rode binddraad aan het einde van de haaksteel was opgezet werd er een staartje van rode chrystal flash van 1cm lang ingebonden. De binddraad bleef op deze plaats waar de dunne pearl tubing, welke helemaal over de haaksteel was geschoven werd vastgezet. De binddraad werd afgebonden, afgeknipt en afgelakt. De rode binddraad werd net achter het haakoog weer opgezet waardoor de tubing direct vast zat. Met de binddraad werd een kopje gemaakt waarna de tubing en binddraad werd afgeknipt en afgelakt. De kleine oogjes werden eerst met witte nagellak en de pupil met zwarte nagellak gemaakt.

Nr.3) Ook nu een langstelige #8 haak, en rode binddraad. Voordat de haak in de vice werd gezet werd er een bead op geplaatst. Vanaf de haakpunt werd er pearl tubing over de haak tot aan de bead geschoven. Door deze wat uit te rafelen kreeg je een staartje van 1cm. De binddraad werd bij de haakbocht opgezet om de tubing vast te zetten en daar direct ook weer afgebonden en afgelakt. Nadat de binddraad achter de bead weer was opgezet werd eerst witte bucktail, vervolgens groene chrystal flash en als laatste zwarte pp-fibers boven op de haak ingebonden. (Ja inderdaad, licht onder, donker boven). Daarna afbinden en klaar was Nr.3.
Eigenlijk waren we aan pauze toe, maar Hub hield de vaart erin.

Nr.4) De Gurgler: dit is een drijvende vlieg die met een foamlip die veel beroering in het wateroppervlak brengt. Wederom gebonden op een langstelige #8 haak. Aan het einde van de haaksteel werd de witte binddraad opgezet, waarna er een staartje van rode chrystal flash van 1cm werd ingebonden. Zilveren dunne tubing werd helemaal over de haaksteel geschoven achteraan een beetje uitgerafeld en vervolgens ingebonden. Witte foam werd geknipt met een lengte van 6cm beginnend met een breedte van 8mm uitlopend naar 3mm. Deze werd halverwege ook achter ingebonden, waarbij het smalle deel richting haakoog wees waarna de binddraad werd afgebonden. Net achter het haakoog werd de draad weer opgezet, de tubing vastgezet en afgeknipt, vervolgend de foam die richting haakoog wees vastgezet en afgeknipt. Als laatste werd het brede foamdeel naar het haakoog gebracht daar vastgezet en 5mm voor het haakoog recht afgeknipt. Door onder de foam binddraad te wikkelen gaat de “lip” schuin omhoog staan waarna die werd afgebonden.

Nr.5) Was de Eno Rabbolution, gebonden op haak #6 3x lang met witte binddraad. Eerst werden er 3 slagen plat lood als verzwaring om de haaksteel aangebracht. Nadat de  binddraad was opgezet werd er witte bucktail als staart ingebonden welke 3cm uitstak. Ter hoogte van de haakbocht werd er witte cactus chenille ingebonden en zonkerstip welke aan de achterzijde even lang was als de bucktail staart en de rest richting haakoog wees. Vervolgens werd de binddraad naar voren gebracht, daarna de cactus chenille en als laatste werd de zonkerstrip er overheen getrokken en de stremer agfebonden en afgelakt.

Hub, super bedankt, het was erg leerzaam, en nu nog een keer een afspraak maken om te gaan vissen op de roofblei!

Casting sport event

Op zaterdagochtend 23 maart had de Kempische Vliegvisclub samen met Richard Verbeek, Bart de Zwaan en Vliegvis vereniging De Ruischvoorn een casting ochtend georganiseerd. Deze ochtend stond in het teken staan van Fly Casting Sport NL, wat door Bart de Zwaan wordt gepromoot. Deze sport kent verschillende disciplines: o.a. enkelhandig , dubbelhandig  en precisie werpen.
We hadden Bart gevraagd de Fly Casting Sport te komen uitleggen en natuurlijk ook voor het geven van een demonstratie. We hadden de werpbaan voor deze gelegenheid verlengd tot 40 meter, want je weet maar nooit. Bart heeft enkele weken geleden namelijk het Uk record op zijn naam gezet met een worp van 42,60 meter!!! Bart begon zijn verhaal met een toelichting over de ICSF (International Casting Sport organization.) Om iedere werper gelijke kansen te geven is het materiaal waarmee geworpen dient te worden gestandaardiseerd. Hieronder een overzicht van het voorgeschreven / toegestane materiaal op de verschillende onderdelen.

Trout accuracy :
– Vliegenhengel: 9 ft. = 274.3 cm, merk en AFTMA waarde zijn vrije keuze.
– Vliegenlijn: Scientific anglers mastery expert distance competition WF5F (orange, 120 ft.)
– Leader: nylon, minimale lengte van 2,5 meter met een tippet van minimaal 40cm en een maximum diameter van 0,30mm.
– Vlieg: wordt verzorgd door de organisatie. (Haak is verwijderd.)
Trout distance:
– Vliegenhengel: 9 ft. = 274.3 cm, merk en AFTMA waarde zijn vrije keuze.
– Vliegenlijn: Scientific anglers mastery expert distance competition WF5F (orange, 120 ft.)
– Leader: nylon met een maximale lengte van 3 meter. (Tippet diameter is vrije keuze.)
– Vlieg: wordt verzorgd door de organisatie. (stukje eggyarn / wol)
Seatrout distance:
– Vliegenhengel:  10 ft. = 304,8 cm, merk en AFTMA waarde zijn vrije keuze.
– Vliegenlijn: drijvende shooting head met een gewicht van maximaal 27 gram, maximale diameter 2mm.
– Volglijn: diameter 0,35mm-1mm.
– Leader: nylon met een maximale lengte van 3 meter. (Tippet diameter is vrije keuze.)
– Vlieg: wordt verzorgd door de organisatie. (stukje eggyarn / wol)

Aansluitend was zijn demonstratie aan de beurt voor het trout distance onderdeel. Daar waar de voorgeschreven lijn een #5 is, had Bart tot onze verbazing gekozen voor een #10 hengel. Ook alle  technieken zoals we gewend zijn, zoals werphoeken tussen 11 uur en 1 uur, gaan bij hem niet op. Zijn hengel raakte bij en een achterwaartse valse worp bijna de grond, en voor was deze nagenoeg horizontaal. Alles is hier uitsluitend gericht op het maken van een extreem verre worp. Deze ochtend waren de omstandigheden wat minder omdat het wat heiig was, maar toch haalde hij ruim 36 meter.
Daarna was de 10ft speciaal gebouwde hengel aan de beurt met de shooting head lijn. Daarmee worden nog grotere afspanden geworpen. Ook dit was een spectaculaire demonstratie.
Aansluiten konden we zelf aan de bak voor het oefenen met afstandworpen daar waar Bart uitleg gaf. Ook mochten we met zijn hengels werpen om te ervaren hoe dat voelt. (Met name de zwaardere hengels en lijnen heeft mij 2 dagen spierpijn opgeleverd.) Bart was zo fanatiek bezig met het afstand werpen dat we zelf de koffiepauze hebben overgeslagen, en niet aan het precisie werpen zijn toegekomen.
Bart, bedankt voor je uitleg en demonstaties, het was super.
Extra informatie is te vinden op https://www.icsf-castingsport.com/

Snoeken in de Meije polder.

In de vooraankondigingen van deze snoekdag, was de locatie lang “onbekend”. We wilden naar een polder waar we nog niet eerder waren geweest, maar wel met de potentie om snoek te kunnen vangen. Uiteindelijk viel de keuze op de Meije polder. Deze polder ligt schuin boven Woerden en was volgens de routeplanner 1 uur en 3 minuten rijden vanaf de carpoolplaats in Best, van waar we om 8:30u met 8 personen vertrokken. We hadden van tevoren contact opgenomen met de camping “ V.O.F. Hollandse Boerderij” en mochten daar de auto’s parkeren. Het was maar goed dat we dit op voorhand geregeld hadden omdat de het schitterend rijden is over de smalle dijk door de polder, er geweldige huizen en boerderijen staan, maar parkeren kun je er nergens. De temperatuur was tijdens het optuigen van de hengels al opgelopen tot 13°C en het was windstil, het leek wel zomer! Voor de vissers was dit heerlijk, maar was het ook zo ideaal voor het vangen van snoek? In de ochtend waren er een paar aanbeten, maar werd er slechts 1 snoek geland.

En dit terwijl het polderwater er daar echt super uitzag. Ze zaten er zeker, maar vermoedelijk waren ze aan het genieten van het heerlijke weer en hadden geen zin in onze streamers. Bij de camping mochten we onze zelfgemaakte soep warm maken en genoten we in het zonnetje van de lunch, en van de grote papagaai welke voorbij paradeerde. Omdat er in de ochtend weinig was gevangen werd er toch besloten de dijk nog wat verder af te rijden en daar ons geluk te beproeven. Na ook daar aan een boer gevraagd te hebben of we voor zijn hek mochten parkeren wandeldenwe net als bij de camping eerst een heel eind lange een smalle sloot voordat we bij de bredere hoofdsloot uitkwamen.

Ondanks dat we alle mogelijke soorten steamers te water lieten, resulteerde dat niet in het vangen van snoek. Wel een paar aanbeten, maar daar bleef het ook echt bij. Rond 3 uur gaven we de pijp aan Maarten en reden terug naar Best. Omdat we er van overtuigd zijn dat er volop snoek moet zitten, gaan we zeker nog een keer naar de Meije polder terug.

Binden met Feitse Bootsman.

Het onderwerp van deze bindavond was kleine droge cdc vliegjes.
Feitse gebruikte hiervoor bindpatronen en technieken van de Italiaan Agostino Roncallo.
Eigenlijk bond hij de meeste vliegen 2 keer, waarbij de eerste een standaard droge vlieg was gebonden op haakje #18, en vervolgens nogmaals die vlieg maar dan met een “toevoeging” en op haakje #16. In totaal werden er 6 vliegen gebonden, het was dus flink aanpoten voor de aanwezige binders. Dit keer was het binden met dunne binddraad, 14/0  of vergelijkbaar echt een must!

#1 Was de Humphy op haakje #18. Deze bestond alleen uit 1 cdc veerje welke met de holle kant naar boven op de haaksteel naar achter werd ingebonden. Vervolgend werd de veer als dekschildje terug gevouwen en voor het haakoog vastgezet. De fibers welke aan de achterzijde los waren geschoten diende als staartje. De techniek voor het maken van de vleugel was voor alle vliegjes die we deze avond maakte hetzelfde en wordt daarom alleen hier bij de eerste beschreven! De veer steekt nu dus tot ver voorbij het haakoog naar voren. Met een hackleplier hielt Feitse de punt van de cdc veer vast, en met de vrije hand streek hij zo veel mogelijk fibers terug in de richting van de haak. Met de binddraad zette hij vervolgens alle terug gestreken fiber vast net voor het haakoog en zorgde dat de “vleugel” omhoog en schuin naar achter wees. De rest van de veer inclusief stam bleef hierbij naar voren steken en werd vervolgens afgeknipt. Na het afbinden was de Humphy klaar.
#2 Een Humphy op haak #16 met als toevoeging, dat er net voor het terugslaan van de veer als dekschildje, er een fiber uit het oog van een pauwenveel als body om de haaksteel werd gewikkeld wat een mooie natuurlijke glinstering opleverde.

#3 Was een sedge op haakje #18 met een extended body van een cdc veer. Als body werd er 1 fiber van een grijze ganzenveer om de haaksteel van achter naar voren gewikkeld wat een mooie ribbing opleverde. De vleugel werd op dezelfde manier gemaakt als bij de Humphy, maar nu werd deze platter gebonden en gelijk met de achterzijde van extended body afgescheurd, waardoor het een sedge werd.
#4 Werd gebonden op haakje 16 en had als toevoeging een thorax van blauw/groene spectra dubbing.

#5 Was een spent op haakje #16. In de haakbocht werd een butt van pearl tinsel gewikkeld, welke op het einde van de haaksteel een kleine verdikking opleverde waardop de lange fiber uit een bruine hackle netjes gespreid konden worden ingebonden als staartje. De body was opnieuw de grijze ganzenveer. De cdc werd vervolgens naar voren ingebonden waarnaar er opnieuw zoveel mogelijk fibers terug werden gestreken en de omhoog staande vleugel ontstond. Alle cdc fibers en schacht welke voor het haakoog uitstaken werden afgeknipt. Vervolgens werd de schacht van de veer, welke boven de body hing en dus niet was afgeknipt, naar voren geklapt waardoor de vleugel in tweeën gedeeld werd. Beide vleugels kwamen daardoor helemaal plat te liggen. Na het afbinden was de spent klaar.

#6 was ook gebonden op Haakje #16, had eenzelfde butt, staart en lijfje. Daarna werd een cdc veer met de holle kant naar boven richting de haakbocht ingebonden. Van de fiber van een pauwenveer werd een thorax gewikkeld waarna de cdc veer er als dekje overheen geslagen werd. Als laatste was de vleugel weer op eenzelfde manier aan de beurt, welke nu omhoog gebonden was.

Deze bindavond leverde 6 schitterende kleine droge vliegjes op, Feitse bedankt.

#Vliegvissen